Stella, Je t’aime

Vrijdag 2 mei 2014. JongeHondenWeekend

Tien Jonge Honden togen, bijna allemaal topfit, met trein en auto naar Leuven. Dit hadden er meer kunnen zijn, ware het niet dat een deel van het genootschap in Groningen achterbleef vanwege een eventueel kampioenschap van Oranje Nassau in de 6e carnavalsklasse Noord. Maar ach, hoe minder zielen, des te meer bier per overblijvende ziel. Goed bier trouwens, want het weekend vond plaats in Leuven. De Connaisseur. studeerde al een aantal maanden in de ‘bierhoofdstad van België’ en was zo vriendelijk om zijn studentenkot aan te bieden als plaats delict. Bij aankomst werden we niet alleen begroet door de kleine rakker, maar ook door een meer dan levensgrote madam met hele grote madammen die een prominent plekje op de muur had gekregen. Maar geen wasmachine he, dat dan weer niet. Welke Belg daarvoor verantwoordelijk was zullen we nooit te weten krijgen want het huis was, op de Connaisseur en een verdwaalde Ghanese bootvluchteling na, uitgestorven.

Na op krachten te zijn gekomen door een pan kleffe spaghetti was het tijd voor verhalen rond het kampvuur. Maar dan zonder kampvuur. Beetje lullen, beetje ouwehoeren, halfzat gammele ladders beklimmen en het obligate bijpraten met de Connaisseur. De Stella Artois maakte de tongen los en uiteindelijk kwamen de verhalen. Vooral de Pappenheimers verhaal over ‘Het Meisje op de Motorkap’ zorgde voor een losse, ontspannen sfeer en ontmaskerde de Pappenheimer meteen als seksueel gefrustreerde psychopaat*. Dit alles duurde niet te lang natuurlijk, er moest immers nog gestapt worden. In oranje overalls welteverstaan. Als een felgekleurde wervelwind trokken wij door de binnenstad, op zoek naar koude pintjes en onzekere wijvekes om mee naar huis te sleuren. We dansten Belgische hipsters van het podium af en deden hard ons best om ruzie te maken, maar daarvoor waren de Belgen deze eerste avond nog te gemoedelijk. Alleen de Pionier liep tegen de mogelijkheid om een schone vrouw te scoren aan, maar hielp deze buitenkans natuurlijk weer op onevenaarbare wijze om zeep. Ook de Pappenheimer dacht een mokkel die helemaal zijn type was aan de haak te kunnen slaan, maar de bewusteloze vrouw in kwestie werd al in een ambulance gehesen. Als klapstuk van deze mooie eerste avond beukte de Connaisseur nog een nietsvermoedende Belg van zijn fiets. De waaromvraag bleef onbeantwoord, de Connaisseur zegt het zich niet te kunnen herinneren.
Afgezien van een vechtpartij om een luchtbed tussen de Mantelzorger en de Toonzetter en de Klusjeman’s wekker die om half negen ‘s ochtends iedereen wakker maakte behalve de man zelf, verliep de eerste nacht rustig.
Brakke Zaterdag brak aan, maar we lieten ons door de kater niet verslaan. Net zoals ON4 zich dezelfde dag niet liet verslaan door FC Bal-op-het-Dak en kampioen werd in eerdergenoemde voetbalcompetitie. De Connaisseur had een sightseeing tour georganiseerd door Leuven die ons leidde door de historische binnenstad, het begijnhof en een Pools-Belgisch hardrockfestival voor motormuizen. Niemand van ons sprak Pools of Vlaams dus daar waren we weer heel snel weg. In het begijnhof/kloostertuin intimideerden we verschillende bezoekers en waren we getuige van een fotosessie van een Belgisch-Aziatisch bruidspaar (in België zijn dit soort gemengde huwelijken kennelijk toegestaan). Onder leiding van de kersverse eenheid Avonthuur ravotten we nog even in slecht gemetselde doolhoven en vervallen stukjes park. Hierna namen we afscheid van de Troubadour om vervolgens de Waaghals en de Piekeraar te verwelkomen. De Connaisseur sleepte ons nog even mee naar de kerk van de inmiddels heiligverklaarde lepralijder Damiaan en het serieuze gedeelte van het weekend zat er al weer op.
De tweede avond begon met een bourgondische schranspartij en veel speciaalbier en met de Waaghals zijn mededeling dat ie altijd meteen een hond herkent als hij ze ziet. Vervolgens moest er per se een ALV worden georganiseerd waarbij een aantal dingen werden gezegd. Ik weet niet meer precies wat, maar als het goed is heb ik de notulen hier nog ergens. Nu ja, die ziet u volgende week wel verschijnen. Gelukkig doken we daarna snel het nachtleven in, zonder overalls dit keer, maar mét de Raamwerker en een grote pot oregano. In de Connaisseur’s stamkroeg/club De Rector vlogen de specerijen dan ook door de lucht. We volgden dansles bij de lokale koekwaus en nadat met deze nieuwe moves diverse slachtoffers waren gemaakt smeerden we ‘m naar de volgende club, onderweg wegduikend voor de lokale gay scene. Dit keer lukte het ons wel om ruzie te krijgen met de plaatselijke bevolking, helaas weet niemand meer waarover precies. Deze fittie werd weliswaar uitgepraat, maar de Klusjesman wist alsnog de uitsmijter kwaad te krijgen door met ijsblokjes zo groot als ganzeneieren te gooien. Tel hierbij op dat de Mantelzorger. een paar hysterische, Vlaamse vrouwtjes op de kast wist te krijgen en dan is de uitkomst van de som dat we de tent gedwongen moesten verlaten. Dan maar ergens anders sjansen met minderjarige padvinders (padvindsters?), of Chiro, zoals ze hun scoutingsclubje noemden. Van de volgende toko, een of andere kelderbar, kan ik me vrij weinig herinneren, maar gezellig was het er zeker en vast.
De harde kern van de toch al harde kern van genootschap eindigde de avond in een lokale vreetschuur. Alwaar de Mantelzorger maar geen antwoord op zijn vraag wie nu die mysterieuze, elfde speler was op de poster van het Belgische elftal. Kennelijk leeft dat WK in de Zuidelijke Nederlanden alleen onder Franstaligen. De kers op de avond werd deze keer verzorgd door het duo Klusjesman en Mantelzorger, die nog even vervelende Spaanse kroegbazen van zich af moesten slaan omdat ze gebroederlijk een bankje van het plaatselijke salsacafé hadden gesloopt.
Die laatste zondag keken we terug op een geslaagd weekend, mede mogelijk gemaakt door Stella en de Connaisseur. Lekker uitslapen in de auto op weg naar Groningen, behalve de Giropractor en de Pappenheimer dan, want die wilden zonodig rijden.
Toedels,
De Asielzoeker

*De Pappenheimer was zeer moeilijk te verstaan, daarom is in dit artikel uitgegaan van de meest waarschijnlijke versie van het verhaal.